De Biografie Van Jacob Walg

Een foto van de dorpsstraat te Ouderkerk aan den Ijssel in het begin van de 20e eeuw.
Een foto van de Dorpsstraat te Ouderkerk aan den IJssel in het begin van de 20e eeuw. Ergens aan de linkerkant, achter de huizen moet de woning van de familie Walg hebben gestaan,

Jacob, de eerste zoon van Eduard Walg en Klaartje Blok wordt op 19 december 1876 geboren nabij de Dorpsstraat in Ouderkerk aan den IJssel. Slecht 11 maanden later verhuist hij met zijn familie naar Lekkerkerk, hemelsbreed zo’n 8 kilometer verderop. Hier groeit hij op te midden van zijn broertjes en zusjes, Lekkerkerkers en de kleine Joodse gemeenschap, die het dorp rijk is.

Verhuizing naar de grote stad.

In april van het jaar 1888, Jacob is inmiddels een tiener, verhuist hij opnieuw. Ditmaal is de verandering van omgeving echter wat groter. Het rustige plattelandsdorpje Lekkerkerk wordt door de familie Walg verruild voor de drukke en onstuimig groeiende stad Rotterdam.
De familie Walg komt te wonen in de Eleanorstraat, in de wijk Rubroek. De wijk, die onderdeel is van het huidige stadsdeel Kralingen-Crooswijk, werd vanaf 1865 langzaam gevuld met woningbouw. Hier probeert Jacobs vader Eduard zijn kaashandel opnieuw op te zetten. En dat lukt. Binnen 12 jaar tijd groeit de kleine eenmanszaak uit tot een goedlopende boter- en kaashandel met twee vestigingen. Eén op de Westewagenstraat in Rotterdam en één op de Wagenstraat in Den Haag.

 

“In de zaak”

Als oudste zoon lijkt Jacob voorbestemd te zijn om uiteindelijk de zaak over te nemen. Er zijn geen bewijzen dat Jacob na de lagere school nog een vervolgopleiding heeft gevolgd. Vanaf 1891 (hij is dan nog maar 14 jaar!) voert hij langzaamaan steeds meer taken uit binnen de kaashandel aan de Westewagenstraat en leert zo de fijne kneepjes van het vak.

De annonce voor de verloving tussen Jacob Walg en Johanna van Straten. Bron: Rotterdams Dagblad 28 juni 1916
De annonce voor de verloving tussen Jacob Walg en Johanna van Straten.
Bron: Rotterdams Dagblad 28 juni 1916

Op 28 januari 1916 verschijnt er in het “Rotterdamsch Dagblad” een verlovingsadvertentie van Jacob Walg en Johanna van Straten. Hoogstwaarschijnlijk

gaat het hier om de zus van zijn zwager Bernard Salomon van Straten. Maar de huwelijksbelofte aan Johanna wordt niet ingelost, want twee jaar later, op 6 februari 1918 trouwt Jacob in Rotterdam met de negentien jaar jongere Catharina Walg (Cato). Het gezin krijgt 3 kinderen; Klaartje (1918), Louis (1920) en Johanna Cateau (1924), die ook wel Annie genoemd wordt. Van tijd tot tijd wordt het gezin ook nog aangevuld met de aanwezigheid van zijn schoonzussen Saartje en Judith Roza Walg.
Jacob blijft zijn gehele leven in dienst van de Firma Walg. Zijn standplaats is de winkel aan de Westewagenstraat, die hij samen met broer Henri bestiert. Pas na het overlijden van Henri in 1937 wordt hij officieel eigenaar van zowel de zaak in Rotterdam als die aan de Wagenstraat 145 in Den Haag.

Het bombardement van Rotterdam.

Op 14 mei 1940 verandert het leven van Jacob Walg en zijn gezin totaal. Tussen 13.27 en 13.40 uur razen de Duitse bommenwerpers over Rotterdam heen en droppen hun lading; 97.000 kilo aan brisantbommen. Binnen een kwartier wordt de gehele historische binnenstad van Rotterdam platgegooid.

Een advertentie van de firma Walg met de mededeling dat hun hele winkel vernield is door het bombardement van 14 mei 1940 Bron: Nieuw Israelitisch Weekblad 7 juni 1940
Een advertentie van de firma Walg met de mededeling dat hun hele winkel vernield is door het bombardement van 14 mei 1940
Bron: Nieuw Israelitisch Weekblad 7 juni 1940

De winkel aan de Westewagenstraat wordt compleet verwoest en ook zijn woning aan de Leeuwenstraat wordt met de grond gelijkgemaakt. In één klap verliest Jacob niet alleen zijn winkel, maar veel triester nog, ook zijn 21-jarige dochter Klaartje. Zijn vrouw Catharine wordt zwaargewond afgevoerd naar het Nederlands Israëlitisch Ziekenhuis, waar zij 6 dagen later overlijdt aan een gecompliceerde schedelbreuk. Hoe het met Jacob zelf en zijn twee overige kinderen is gesteld en waar zij op het moment van het bombardement waren, is niet bekend. Feit is dat zij het bombardement overleven.

Na die tragische dag in mei 1940 wordt het gezin in eerste instantie opgevangen door broer Andries, maar al snel vindt in ieder geval Jacob onderdak bij zijn nicht Saartje Bär-Walg en haar gezin aan de Heemraadsingel 310. Vanuit dat adres probeert hij ook zijn bedrijf te herstarten. Nog geen maand na het noodlottige bombardement wordt de bedrijfsactiviteit verplaatst naar de vestiging in Den Haag. Een verhuizing van de zaak, die waarschijnlijk al op de planning stond gaat gewoon door. Voortaan opereert de Firma E.Walg vanuit de Wagenstraat no. 125a in Den Haag.

Artikel over het nieuwe pand van de Firma Walg aan de Wagenstraat 125 te 's-Gravenhage Bron: Het Vaderland- 25 juli 1940
Artikel over het nieuwe pand van de Firma Walg aan de Wagenstraat 125 te ‘s-Gravenhage
Bron: Het Vaderland- 25 juli 1940

Uiteindelijk verhuizen Jacob en zijn twee overgebleven kinderen ook naar Den Haag. Ze trekken in bij Jacobs zus Elisabeth, zwager Hartog Godschalk en neefje David Godschalk.
In de twee jaar die hierop volgen wordt het leven voor Jacob en zijn familie steeds zwaarder. De, door de Duitse bezetter, vastgestelde verordeningen volgen elkaar in rap tempo op. Een stortvloed aan maatregelen zorgt ervoor dat het leven van de Joden steeds meer beperkt wordt.

De vervolging

Vanaf juli 1942 worden er Joden, naar het doorgangskamp Westerbork gezonden. Om vanuit daar, “voor de arbeitseinzats” doorgezonden te worden naar het Oost-Europa.
Op 19 september 1942 meldt Jacob Walg zich “ohne anruff” aan in Kamp Westerbork. Hij had nog geen oproep gekregen, maar alles wijst erop, dat Jacob zijn dochter Annie niet alleen op transport wilde laten gaan. Zij was namelijk als enige van het gezin al op 11 augustus 1942 ingeschreven in het kamp. Jacob verblijft slechts twee dagen in het kamp. Op 21 september 1942 worden Jacob en Annie op transport gesteld naar “het Oosten”. Auschwitz blijkt de eindbestemming. Daar worden beiden direct doorgestuurd naar de gaskamer. Op 24 september 1942 eindigen de levens van Jacob Walg en zijn jongste dochter op een afschuwelijke manier. Jacob is 65 jaar geworden. Zijn dochter Annie slechts 18 jaar.

De voorkant van de Joodse Raad kaart van Jacob Walg
De voorkant van de Joodse Raad kaart van Jacob Walg
Bron; Bad Arolsen Archives

Het lot van zijn gezin.

Niemand van het gezin Walg-Walg overleeft de oorlog. Naast zijn vrouw Catharina, dochters Klaartje en Annie, overleeft ook zoon Louis de bezettingsjaren niet.
Hij wordt op 10 november 1942 geregistreerd in Kamp Westerbork, samen met zijn zwangere vrouw Ingeborg Hopfenmaier. Op 19 juni 1943 wordt in Westerbork hun dochtertje Karin geboren. Hun gezinsgeluk is helaas van korte duur. Karin leeft maar 4 dagen en overlijdt op 21 juni 1943.
Nog geen maand later, op 13 juli 1943 worden ook Louis en Ingeborg gedeporteerd. Van de 1988 mannen, vrouwen en kinderen die zich in dit transport bevinden, zou niemand het vernietigingskamp overleden. Louis en Ingeborg worden op 16 juli 1943 vermoord in vernietigingskamp Sobibor.

Noot: Deze tekst is voortdurend in bewerking. Wanneer er nieuwe informatie beschikbaar komt, zal de inhoud worden aangevuld en aangepast.